Stel Menus in in het Admin Paneel

Blog Patty Harpenau- De Elohim

 

 

Een aai over je hart 

Ik slenter door het hart van Jerusalem naar de ziel van tijdloosheid. Ik leg mijn handen tegen de klagende muur. De nissen zijn gevuld met het cement van oud papier, smekende gebeden om heling of kracht en moed, die door verlangende vingers tussen de stenen in zijn geschoven met stille woorden aan dat of die waar men voor bidt. Het steen voelt warm maar dan toch voel ik de tranen door de eeuwen heen. Ik bensj, joden bensjen immers, en spreek het oudste gebed uit dat mij eens is geleerd door mijn leraar, Abraham ben David.

Ik dwaal verder door de straten van de orthodoxe wijk en probeer het aroma van mijn verleden te ruiken. Voor de deur van de Jeshiva, de school van mijn overleden leraar, houdt een man mij tegen. Ik weet waarom hij dit doet, ik ben een vrouw, maar hij heeft geen idee dat de achterzijde van de ruimte eens de studiekamer was.

Ik stel mij voor, noem de naam van mijn leraar, en de jonge man stapt respectvol opzij. Met een verwachtinsvol hart open ik de deur naar de keuken en sluit mijn ogen. In mijn verbeelding zie ik hen zitten, zingend voor de aanvang van sjabbat, en hoor ik zelfs hun stemmen; Benjamin, Rebecca, Sara, Doron en de meisjes. Ik heb zo vaak over hen geschreven, eigenlijk komen ze in al mijn boeken voor want elke keer vertel ik het verhaal van een andere kant waarbij de eerdere figuranten een hoofdrolspeler worden of andersom. Ik doe dit om ik hen zo mis, zo dierbaar mis, en met mijn woorden en zinnen hun levend probeer te houden.

De keuken ruikt nu zo anders. De muren zijn wit en steriel en waar eens de gezellige melodie klonk van genegenheid zingen nu de stemmen van bensjende mannen. Maar dan toch… elke herinnering staat op mijn ziel geschreven.

Hij ziet de tranen van hemelwee in mijn ogen en met zachte stem troost hij mij: ’ik weet wie U bent, Uw naam is door uw leraar in het boek geschreven. Mag ik vragen wat U hier doet?’

‘Ik heb een afspraak,’ en noem de naam. Dat blijkt genoeg om mij een stoel aan te bieden en een kop warme thee.

Een uur later kijk ik recht in de oude en wijze ogen van een van de meest fenomenale Angelologisten die de wereld nog kent. Een bejaarde rabbijn die zijn leven heeft gewijd aan het bestuderen van de Zohar, de Bahir en het Boek der geheimen. Een manuscript waarvan delen zijn terug gevonden door de tijd heen. Hij kent ze allemaal en het gaat mij om de allereerste zin; De Elohim schiepen de hemel en de aarde.

Ik weet niet of het je interesseert maar de geschriften, waaronder de bijbel, zijn oorspronkelijk in Adamic, de hemelse taal, geschreven. Later naar het Sumeric, Semitie en Aramees vertaald. Vervolgens naar het Grieks, het Latijn en het Duits waarbij, onder de 47 vertalers er maar drie de oude talen beheersten, en voordat de King James Versie klaar was waren zij al overleden. Tja… ik denk dat ik hier niets meer over hoef uit te leggen toch? Vertalingen brengen aangepaste of zelfs nieuwe zinnen.

Het gaat dus om de allereerste zin, in de meest oorspronkelijkheid. Het gaat mij om het meervoud want El is de naam van God, met het mannelijke meervoud van Elim en het vrouwelijke meervoud Elooth. Dus ja… wie zijn de Elohim? En daarvoor moet ik in het hart van Angelologie zijn, de wetenschap van de Engelen. En of je nu wel of niets met Engelen hebt, we weten allemaal dat er meer is tussen hemel en aarde met de onzichtbare intelligenties om ons heen. En wat ook niet helpt is de illusie van brokaten jurken en gouden pantoffels of dikke hemelse buikjes met een harp. Engel is een woord dat wij bedacht hebben om onzichtbare uiterst intelligente velden te duiden.

‘Heb ik gelijk?’ vraag ik hem. ‘Is mijn vraag tenminste terecht?’ bedel ik.
Hij grijnst. ‘Mijn antwoord hangt af van wat jij er mee gaat doen?’ antwoordt hij mij.
Ik vertel hem over mijn bureau. De stapels met vertalingen. Het labyrint van tegenstrijdigheden. De tranen van herkenning maar ook van frustratie en menigmaal duizelt het mij letterlijk en smijt ik zelfs een boek tegen de wand van vermoeidheid.
Zijn grijns wordt breder en ik vertel door. Over mijn jaren als kind waarin ik in mijn eerste handschrift een brief schreef aan God en vervolgens aan de Engelen. Een gekte die mijn moeder niet begreep maar het was allemaal begonnen met een aai over mijn hart die ik als vijfjarige kreeg toen mijn hondje was overleden. Een onzichtbare aai die ik tot de dag van vandaag voel.

Vijf uur later sta ik weer op straat met wijze lessen en zelfs een opdracht. Mijn hart zingt. Ik heb mijn antwoord gekregen. Op weg naar het King David hotel loop ik langs de klagende muur die opeens zo weemoedig vrolijk lijkt in de luwe avondzon.

Tja… je kunt je brein volstoppen met wijsheid en kennis maar het boek van je leven schrijf je terwijl je leeft. Maar het helpt als je haar geheimen kent. Niet omdat ze geheim zijn maar wachten om ontdekt te worden door een verlangende ziel. En het verhaal van de Elohim voelt als een zachte en de meest liefdevolle en bemoedigende aai over je hart.

BEKIJK ALLE Voeg notitie toe
JIJ
Voeg een reactie toe
 
© 2024 The Life Foundation - Powered by Maatos